GEVOLGEN MORELE STRESS
GEVOLGEN VAN MORELE STRESS
Morele stress gaat gepaard met gevoelens van machteloosheid, frustratie, ontgoocheling, woede. Zorgverleners ervaren psychische en fysieke klachten (neerslachtigheid, slaapproblemen, piekeren, hoofdpijn, rugpijn, maagpijn…).
Verder heeft morele stress een negatief effect op de arbeidstevredenheid. Zorgverleners die te kampen hebben met morele stress, doen hun job minder graag.
Er is verder ook een duidelijk verband tussen (chronische) morele stress en verloop en burnout (emotionele uitputting, cynisme en gevoelens van incompetentie). Hoe meer morele stress zorgverleners ervaren, hoe groter de kans op burnout en het verlaten van het beroep (Cameron, 1997).
Morele stress heeft dus niet alleen gevolgen voor de zorgverlener zelf, maar heeft ook een impact op het team, de organisatie en de kwaliteit van de zorg.
UITSPRAKEN VAN ZORGVERLENERS
“Waarom doe ik het eigenlijk nog, als ik het toch niet goed kan doen?”
“Ik heb dat een paar keer gezegd in mijn team maar ze luisteren niet…dus ik heb me erbij neergelegd.”
“Het helpt toch niet.”
“Ik merk dat wel, dat sommige collega’s gelatener worden door chronische morele stress, misschien zelfs op het randje van een burn-out… Vroeger gingen ze nog eens een praatje doen, meedoen aan activiteiten, extraatjes doen. Maar nu komen ze gewoon hun werk doen, hun mensen verzorgen, niets meer.
Wat mij pijn doet is dat bewoners op die leeftijd nog ‘moeten moeten moeten”…Het zijn mensen van 80, 90, 95 jaar en dan zeg ik hen: Vandaag moet je lotto spelen, vandaag moet je dit doen, vandaag moet je dat doen. Dat doet mij pijn. Dan voel ik mij kwaad, neem ik die kwaadheid mee naar huis en reageer ik dat af op mijn vrouw en mijn kinderen” (zucht).
Morele stress is soms echt lastig, zeker op het moment zelf. Maar morele stress zal er altijd zijn, het zou erg zijn dat morele stress er niet is. Dan denk ik, geef je, ook geen goede zorg. Dan stel je niets meer in vraag. Je moet toch jezelf op een goede manier blijven in vraag stellen?
Morele stress is een vervelend gevoel op het moment zelf. Maar als je er achteraf over reflecteert, de situatie kan analyseren en je doet het in de toekomst anders.. Dan gaat je zorgverlening erop vooruit en dan leer je eruit. Natuurlijk, als je tegen de muur blijft lopen of geen goede aanpak kan vinden, geeft dat wel een negatief gevoel… Toch vind ik dat je er in de meeste gevallen kan er wel iets positiefs kunt uit halen.
Voor de zorgverlener
Tabel 1. Symptomen en uitingsvormen van morele stress (naar Rushton & Kurtz, 2015).
fysiek
- Vermoeidheid
- (Fysieke) uitputting
- Slaapproblemen
- Lichamelijke klachten: hoofdpijn, nekpijn, rugpijn, buikpijn…
Emotioneel
- Frustratie
- Woede
- Schaamte
- Angst
- Depressieve gevoelens
- Burnoutsymptomen (emotionele uitputting, cynisme, verminderd gevoel van bekwaamheid)
Gedragsmatig
- Vermijdingsgedrag, afstand nemen van de zorgsituatie(s)
- Apathie
- Turnover (de organisatie, het beroep, de sector verlaten)
- Gejaagdheid, onrust
- Emotioneel afreageren (agressie, bits gedrag)
Spiritueel
- Verlies van betekenis
Deze vragen peilen naar de mate waarin de zorgverlener negatieve effecten van morele stress ondervindt, en maken deel uit van het individueel detectie-instrument, te downloaden bij Instrumenten op deze site.
VOOR HET TEAM
Morele stress kan een impact hebben op de verhoudingen binnen het team, wat kan leiden tot conflicten en een minder goede samenwerking. Dit is vaak het geval wanneer zorgverleners een wrang gevoel ervaren bij de zorg die hun collega’s verlenen.
Wanneer normen, verwachtingen of afspraken omtrent de kwaliteit van de zorg niet worden nagekomen door een collega, leidt dit tot gevoelens van verontwaardiging en/of kwaadheid. Morele stress is in dit geval dus een reactie op een schending van de verwachtingen die zorgverleners tegen over elkaar koesteren. Het ervaren van morele stress omwille van collega’s is een thema dat vaak wordt aangehaald. Zorgverleners geven aan echter dat zij moeite hebben om elkaar aan te spreken over het in gebreke blijven van de zorg.
VOOR DE ORGANISATIE EN DE KWALITEIT VAN DE ZORG
Morele stress is gerelateerd aan verschillende uitkomsten die effecten hebben op de organisatie als geheel, zoals uitstroom van zorgpersoneel, verzuim, een dalende jobtevredenheid, verslechterde relaties met team en leidinggevenden en een dalende kwaliteit van de zorg. Conflicten binnen zorgteams naar aanleiding van morele stress kunnen een effectieve communicatie en samenwerking namelijk in de weg staan, hetgeen een effect kan hebben op de kwaliteit van de zorg.
Een belangrijke oorzaak van de relatie tussen morele stress en een verminderde kwaliteit ligt in het feit dat chronische morele stress gerelateerd is aan burn-outsymptomen zoals (emotionele) uitputting, een verminderd gevoel van persoonlijke bekwaamheid, cynisme en desensitisatie – zorgverleners laten zich niet langer meer door de zorg laten raken (foert, ‘het heeft toch geen zin’). Dit is vaak een reactie uit zelfbescherming. We zien dan ook vaak dat zorgverleners ‘op automatische piloot’ werken en zich niet meer engageren voor de extraatjes in de zorg. Een gevolg hiervan is dat de zorgverlener letterlijk vervreemdt van het werk en van de redenen waarvoor hij in de eerste plaats voor een zorgjob gekozen heeft. Het werk is niet langer betekenisvol. Ook depersonalisatie is een mogelijk gevolg van langdurige morele stress bij een zorgverlener: de zorgontvanger wordt niet langer als individu gezien, maar wordt herleid tot zijn kamernummer of ziekte (‘Nummer 14 is opnieuw aan het bellen’, ‘De falende lever in bed vier’).
Het emotioneel afhaken van zorgverleners leidt dus tot een verminderde empathie en compassie (hetgeen wordt beschreven met de term compassiemoeheid), vermijdingsgedrag en een minder goede afstemming op de noden van de patiënten. Zorgverleners die gebukt gaan onder morele stress, focussen hun aandacht op (het hanteren van) hun eigen emoties en stress in plaats van op de patiënt. Dit is gerelateerd aan hogere gerapporteerde pijn door patiënten, langere opnames in ziekenhuizen en onaangepaste zorg (in ziekenhuissettings, Lang, 2008 ).